![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1987 |
31.7.2024 |
VERORDENING (EU) 2024/1987 VAN DE COMMISSIE
van 30 juli 2024
tot wijziging van Verordening (EU) 2023/915 wat de maximumgehalten aan nikkel in bepaalde levensmiddelen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie (2) zijn maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld. |
(2) |
Nikkel is een veel voorkomend bestanddeel van de aardkorst en is alomtegenwoordig in de biosfeer. De aanwezigheid ervan in levensmiddelen kan afkomstig zijn van zowel natuurlijke als antropogene bronnen. |
(3) |
In 2015 heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een advies uitgebracht over het risico voor de menselijke gezondheid in verband met de aanwezigheid van nikkel in drinkwater (3). Het advies duidde voortplantings- en ontwikkelingstoxiciteit aan als het kritische effect voor de karakterisering van het risico van chronische orale blootstelling aan nikkel. Opflakkeringen van eczeem en de verergering van allergische reacties werden aangeduid als het kritische effect voor acute orale blootstelling aan nikkel bij personen die gevoelig zijn voor nikkel. |
(4) |
In 15 lidstaten waren gegevens over de aanwezigheid van nikkel in voedsel en drinkwater beschikbaar. Omdat 80 % van alle verzamelde gegevens afkomstig was uit één lidstaat, concludeerde de EFSA dat een meer geografisch gespreide gegevensreeks nodig was om de aanwezigheid van nikkel in levensmiddelen in de gehele Unie na te gaan. |
(5) |
Bij Aanbeveling (EU) 2016/1111 van de Commissie (4) werd de lidstaten aanbevolen de aanwezigheid van nikkel in levensmiddelen in 2016, 2017 en 2018 te monitoren om meer gegevens te verzamelen over de aanwezigheid van nikkel. |
(6) |
Rekening houdend met deze nieuwe gegevens over de aanwezigheid van nikkel en de beschikbaarheid van nieuwe wetenschappelijke informatie heeft de EFSA op 24 september 2020 een actualisering van de risicobeoordeling van nikkel in levensmiddelen en drinkwater goedgekeurd (5). |
(7) |
De EFSA heeft geconcludeerd dat nikkel zowel chronische als acute effecten kan hebben. Op basis van het kritische chronische effect van zwangerschapsverlies heeft de EFSA een toelaatbare dagelijkse inname (TDI) van 13 μg/kg lichaamsgewicht vastgesteld en geconcludeerd dat deze TDI werd overschreden bij peuters, kinderen tussen 36 maanden en 10 jaar oud en in sommige gevallen ook bij zuigelingen. Hoewel zwangerschapsverlies geen relevant effect is voor de jonge leeftijdsgroepen, beschermt de TDI ook tegen andere effecten die wel relevant zijn voor jongere leeftijdsgroepen, zoals neurotoxische effecten. Daarom heeft de EFSA geconcludeerd dat overschrijding van de TDI bij die jonge leeftijdsgroepen aanleiding kan geven tot bezorgdheid over de gezondheid. De EFSA heeft geconcludeerd dat de kritische acute effecten opflakkeringen van eczeem zijn bij personen die voor nikkel gesensibiliseerd zijn, wat ongeveer 15 % van de bevolking betreft, dat het laagste niveau waarbij die schadelijke acute effecten worden waargenomen 4,3 μg nikkel/kg lichaamsgewicht is en dat een blootstellingsmarge (MOE) van 30 of meer nodig is om bescherming te bieden tegen die effecten. Deze MOE van 30 wordt niet gehaald voor de gemiddelde blootstelling en het 95e percentiel van de blootstelling, wat een gezondheidsrisico oplevert voor personen die voor nikkel gesensibiliseerd zijn. |
(8) |
Om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te waarborgen, moeten daarom voor nikkel maximumgehalten in levensmiddelen worden vastgesteld. |
(9) |
Verordening (EU) 2023/915 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn om exploitanten van levensmiddelenbedrijven in staat te stellen zich aan de maximumgehalten van deze verordening aan te passen. |
(11) |
Aangezien sommige onder deze verordening vallende levensmiddelen een lange houdbaarheidstermijn hebben of kunnen worden verwerkt in producten met een lange houdbaarheidstermijn, moet worden toegestaan dat levensmiddelen die vóór de datum van toepassing van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht, in de handel blijven. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) 2023/915 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 10, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2025.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 juli 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/315/oj.
(2) Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PB L 119 van 5.5.2023, blz. 103, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/915/oj).
(3) EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM); Scientific Opinion on the risks to public health related to the presence of nickel in food and drinking water. EFSA Journal 2015;13(2):4002, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.2903/j.efsa.2015.4002.
(4) Aanbeveling (EU) 2016/1111 van de Commissie van 6 juli 2016 betreffende de monitoring van nikkel in levensmiddelen (PB L 183 van 8.7.2016, blz. 70, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2016/1111/oj).
(5) EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM); Scientific Opinion on an update of the risk assessment of nickel in food and drinking water. EFSA Journal 2020;18(11):6268, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.2903/j.efsa.2020.6268.
BIJLAGE
In punt 3, “Metalen en andere elementen”, van bijlage I bij Verordening (EU) 2023/915 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
“3.6 |
Nikkel |
Maximumgehalte (mg/kg) |
Opmerkingen |
3.6.1 |
Noten |
|
Het maximumgehalte geldt voor het eetbare gedeelte. Het maximumgehalte is niet van toepassing op noten voor het persen en raffineren van olie, mits de resterende geperste noten niet als levensmiddel in de handel worden gebracht. Indien de resterende geperste noten als levensmiddel in de handel worden gebracht, is het maximumgehalte van toepassing, rekening houdend met artikel 3, leden 1 en 2. |
3.6.1.1 |
Noten, met uitzondering van de in punt 3.6.1.2 vermelde producten |
3,5 |
|
3.6.1.2 |
Kastanjes, pijnboompitten, walnoten, paranoten en cashewnoten |
10 |
|
3.6.2 |
Wortel- en knolgewassen en bolgewassen |
0,90 |
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. In het geval van aardappelen is het maximumgehalte van toepassing op geschilde aardappelen. |
3.6.3 |
Vruchtgroenten |
0,40 |
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. |
3.6.4 |
Koolsoorten |
0,50 |
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. |
3.6.5 |
Bladgroenten |
|
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. |
3.6.5.1 |
Bladgroenten, met uitzondering van de in punt 3.6.5.2 vermelde producten |
0,50 |
|
3.6.5.2 |
Verse kruiden |
1,2 |
|
3.6.6 |
Peulgroenten |
|
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. |
3.6.6.1 |
Peulgroenten, met uitzondering van de in punt 3.6.6.2 vermelde producten |
1,0 |
|
3.6.6.2 |
Sojabonen/edamame (Glycine max) |
6,0 |
|
3.6.7 |
Stengelgroenten |
0,40 |
Het maximumgehalte geldt voor het verse gewicht. Het maximumgehalte geldt na het wassen en voor het eetbare gedeelte. |
3.6.8 |
Zeewier |
|
Voor droog zeewier geldt het maximumgehalte voor het product zoals het in de handel wordt gebracht. Voor vers zeewier geldt het maximumgehalte na het wassen en voor het eetbare gedeelte. Voor vers zeewier geldt het maximumgehalte op basis van de droge stof (*1) . |
3.6.8.1 |
Zeewier, met uitzondering van de in punt 3.6.8.2 vermelde producten |
30 |
|
3.6.8.2 |
Wakame |
40 |
|
3.6.9 |
Peulvruchten |
|
|
3.6.9.1 |
Peulvruchten, met uitzondering van de in punt 3.6.9.2 vermelde producten |
4,0 |
|
3.6.9.2 |
Droge bonen en droge lupinen/lupinebonen |
12 |
|
3.6.10 |
Oliehoudende zaden |
|
Het maximumgehalte is niet van toepassing op oliehoudende zaden voor het persen en raffineren van olie, mits de resterende geperste oliehoudende zaden niet als levensmiddel in de handel worden gebracht. Indien de resterende geperste oliehoudende zaden als levensmiddel in de handel worden gebracht, is het maximumgehalte van toepassing, rekening houdend met artikel 3, leden 1 en 2. |
3.6.10.1 |
Zonnebloemzaad |
8,0 |
|
3.6.10.2 |
Pinda’s |
12 |
|
3.6.10.3 |
Sojabonen |
15 |
|
3.6.11 |
Granen |
|
Het maximumgehalte is niet van toepassing op granen die worden gebruikt voor de productie van bier of gedistilleerde dranken, op voorwaarde dat het resterende graanresidu niet als levensmiddel voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht. Indien het resterende graanresidu als levensmiddel voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht, is het maximumgehalte van toepassing, rekening houdend met artikel 3, leden 1 en 2. |
3.6.11.1 |
Granen, met uitzondering van de in de punten 3.6.11.2, 3.6.11.3, 3.6.11.4 en 3.6.11.5 vermelde producten |
0,80 Vanaf 1 juli 2026 |
|
3.6.11.2 |
Harde tarwe (Triticum durum) en rijst, met uitzondering van de in punt 3.6.11.3 vermelde producten |
1,5 Vanaf 1 juli 2026 |
|
3.6.11.3 |
Gedopte rijst |
2,0 Vanaf 1 juli 2026 |
|
3.6.11.4 |
Pseudogranen en gierst |
3,0 Vanaf 1 juli 2026 |
|
3.6.11.5 |
Haver |
5,0 Vanaf 1 juli 2026 |
Het maximumgehalte is van toepassing op de granen van haver zonder de niet-eetbare dop. Voor de berekening van het maximumgehalte voor granen van haver met de niet-eetbare dop moet een verwerkingsfactor van 1,5 worden toegepast, wat resulteert in een maximumgehalte van 7,5 mg/kg voor haver met de niet-eetbare dop. |
3.6.12 |
Cacao- en chocoladeproducten (14) |
|
|
3.6.12.1 |
Melkchocolade met < 30 % gehalte watervrije cacaobestanddelen |
2,5 |
|
3.6.12.2 |
Melkchocolade met ≥ 30 % gehalte watervrije cacaobestanddelen en chocolade |
7,0 |
|
3.6.12.3 |
Cacaopoeder en cacaopoeder met een verlaagd vetgehalte die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of als ingrediënt in gesuikerd cacaopoeder of gesuikerde poederchocolade, die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker (huishoudchocoladepoeder) |
15 |
|
3.6.13 |
Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voor zuigelingen en peuters bedoelde voeding voor medisch gebruik (3) en peutervoeding (4) |
|
Het maximumgehalte geldt voor het product zoals het in de handel wordt gebracht. |
3.6.13.1 |
in de handel gebracht in poedervorm, met uitzondering van de in punt 3.6.13.2 vermelde producten |
0,25 |
|
3.6.13.2 |
in de handel gebracht in poedervorm en vervaardigd van soja-eiwitisolaten of mengsels daarvan met koemelkeiwitten |
0,40 |
|
3.6.13.3 |
als vloeistof in de handel gebracht |
0,10 |
|
3.6.14 |
Verwerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (3) |
3,0 |
Het maximumgehalte geldt voor het product zoals het in de handel wordt gebracht. |
3.6.15 |
Babyvoeding (3), met uitzondering van de in punt 3.6.16 vermelde producten |
0,50 |
Het maximumgehalte geldt voor het product zoals het in de handel wordt gebracht. |
3.6.16 |
Vruchtensappen (9), vruchtennectars (9) en groentesappen met inbegrip van voor babyvoeding (3) bestemde vruchtensappen (9), vruchtennectars (9) en groentesappen |
|
|
3.6.16.1 |
Vruchtensappen, vruchtennectars en groentesappen, met uitzondering van de in punt 3.6.16.2 vermelde producten |
0,25 |
|
3.6.16.2 |
Vruchtensappen en vruchtennectars die sappen en nectars van passievruchten, van cacaovruchten en van kleinfruit en bessen en kokoswater bevatten |
1,0 |
|
(*1) De droge stof wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van 28 maart 2007 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 29, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/333/oj).”.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1987/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)